Adonia en al zijn gasten waren juist aan het einde van de maaltijd gekomen toen dit rumoer tot hen doordrong. Toen Joab het geluid van de ramshoorn herkende, vroeg hij:

‘Waarom komt er zo’n lawaai uit de stad?’ Hij was nog niet uitgesproken, of daar kwam Jonatan aan, de zoon van de priester Abjatar. Adonia zei:

‘Kom eens hier, op jou kan ik vertrouwen, dus je zult wel goed nieuws brengen.’ Maar Jonatan antwoordde:

‘Integendeel! Onze heer, koning David, heeft Salomo tot koning uitgeroepen. Hij heeft de priester Sadok en de profeet Natan met hem meegestuurd, en ook Benaja met de Keretieten en Peletieten. Ze hebben hem op het muildier van de koning laten rijden, en bij de Gichonbron hebben Sadok en Natan hem tot koning gezalfd. Daarna gingen ze onder gejuich weer terug naar het paleis, en nu gonst heel de stad van vreugde; dat is het lawaai dat u hoort. Bovendien heeft Salomo plaatsgenomen op de koningstroon. Hovelingen kwamen onze heer, koning David, gelukwensen met de woorden:

“Moge uw God de naam van Salomo nog groter maken dan uw naam en zijn troon nog machtiger dan de uwe.” Hierop boog de koning diep voorover op zijn bed. Ook zei hij:

“Geprezen zij de HEER, de God van Israël, dat ik zelf nog heb mogen meemaken dat Hij mij een troonopvolger heeft gegeven.”’ De schrik sloeg de gasten van Adonia om het hart. Allen stonden op en gingen snel naar huis. Ook Adonia was bang voor Salomo. Hij ging naar het heiligdom en greep de horens van het altaar vast. Men vertelde Salomo dat Adonia zich uit angst voor de koning aan de horens van het altaar had vastgeklampt met de woorden:

‘Laat koning Salomo mij eerst zweren dat hij mij niet ter dood zal laten brengen.’ En Salomo zei:

‘Als hij zich behoorlijk gedraagt, zal hem geen haar worden gekrenkt, maar zodra hij een misstap begaat, zal hij sterven.’ Koning Salomo liet hem van het altaar af halen. Adonia verscheen voor koning Salomo en knielde voor hem neer, en Salomo zei hem:

‘Je kunt gaan.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Koningen 21:13-22 De wijngaard van Nabot 2
1 Koningen 19:12-21 Elia op de Horeb 2
1 Koningen 11:34-40 Salomo's tegenstanders 3
1 Koningen 2:26-35 Davids laatste wilsbeschikking ...
1 Koningen 13:24-34 Profetie tegen Jerobeam 3
1 Koningen 10:14-22 Salomo's rijkdom 1
1 Koningen 21:23-29 De wijngaard van Nabot 3
1 Koningen 20:23-32 Tweede oorlog met Aram 1
1 Koningen 22:27-40 Derde oorlog met Aram 3
1 Koningen 1:11-26 Salomo tot koning gezalfd 2
1 Koningen 8:12-25 De inwijding van de tempel 2
1 Koningen 13:11-23 Profetie tegen Jerobeam 2
1 Koningen 9:1-9 Belofte aan Salomo
1 Koningen 18:1-12 Elia en de profeten van Baäl 1
1 Koningen 8:26-36 De inwijding van de tempel 3
1 Koningen 14:21-31 Rechabeam, koning van Juda
1 Koningen 21:1-12 De wijngaard van Nabot 1
1 Koningen 6:14-28 De bouw van de tempel 2
1 Koningen 18:25-36 Elia en de profeten van Baäl 3
1 Koningen 10:23-29 Salomo's rijkdom 2
1 Koningen 10:10-13 Bezoek van de koningin van Seb...
1 Koningen 16:15-22 Zimri, koning van Israël
1 Koningen 7:13-26 De inrichting van de tempel 1
1 Koningen 22:41-51 Josafat, koning van Juda
1 Koningen 12:1-14 De scheuring van het rijk 1
1 Koningen 18:13-24 Elia en de profeten van Baäl 2
1 Koningen 4:20-5:1-14 Salomo's grootheid
1 Koningen 5:15-23 Voorbereidingen voor de tempelb...
1 Koningen 15:25-32 Nadab, koning van Israël
1 Koningen 22:52-54 Achazja, koning van Israël
1 Koningen 2:1-12 Davids laatste wilsbeschikking 1
1 Koningen 3:15-28 Salomo's wijsheid 2
1 Koningen 2:13-25 Davids laatste wilsbeschikking ...
1 Koningen 15:1-8 Abiam, koning van Juda
1 Koningen 8:48-61 De inwijding van de tempel 5
1 Koningen 11:1-13 Salomo's ontrouw
1 Koningen 16:23-28 Omri, koning van Israël
1 Koningen 18:37-46 Elia en de profeten van Baäl 4
1 Koningen 12:25-32 Jerobeam, koning van Israël
1 Koningen 4:1-19 Salomo's ambtenaren
1 Koningen 10:1-9 Bezoek van de koningin van Seba ...
1 Koningen 1:27-40 Salomo tot koning gezalfd 3
1 Koningen 7:1-12 Salomo's paleis
1 Koningen 22:1-12 Derde oorlog met Aram 1
1 Koningen 8:37-47 De inwijding van de tempel 4
1 Koningen 16:29-34 Achab, koning van Israël
1 Koningen 11:14-25 Salomo's tegenstanders 1
1 Koningen 11:41-43 Salomo's dood
1 Koningen 19:1-11 Elia op de Horeb 1
1 Koningen 7:40-51 De inrichting van de tempel 3
1 Koningen 16:8-14 Ela, koning van Israël
1 Koningen 1:1-10 Salomo tot koning gezalfd 1
1 Koningen 8:62-66 De inwijding van de tempel 6
1 Koningen 17:1-16 De profeet Elia 1
1 Koningen 15:9-15 Asa, koning van Juda 1
1 Koningen 22:13-26 Derde oorlog met Aram 2
1 Koningen 15:33-34-16:1-7 Basa, koning van Israël
1 Koningen 11:26-33 Salomo's tegenstanders 2
1 Koningen 20:13-22 Eerste oorlog met Aram 2
1 Koningen 14:1-11 Jerobeam gestraft 1
1 Koningen 9:24-28 Andere ondernemingen van Salomo...
1 Koningen 8:1-11 De inwijding van de tempel 1
1 Koningen 17:17-24 De profeet Elia 2
1 Koningen 6:29-38 De bouw van de tempel 3
1 Koningen 6:1-13 De bouw van de tempel 1
1 Koningen 3:1-14 Salomo's wijsheid 1
1 Koningen 12:15-24 De scheuring van het rijk 2
1 Koningen 14:12-20 Jerobeam gestraft 2
1 Koningen 7:27-39 De inrichting van de tempel 2
1 Koningen 12:33-13:1-10 Profetie tegen Jerobeam 1
0Shares